Wednesday 14 September 2011

aanvulling generische stad

Omdat marije het geheel eigenlijk al vrij goed heeft opgesomd heb ik er voor gekozen om het stukje even wat meer aan te vullen ipv. hetzelfde nog een keer te doen. Ik zal de stukken die ik belangrijk vond nog even aanhalen. en af en toe van commentaar voorzien.

Rem Koolhaas ziet de generische als een wit product zonder identiteit, centrum en geschiedenis Het is een plaats met een obsessie voor veiligheid. Volgens Koolhaas zal deze stad min of meer op een luchthaven lijken. Je kan alles doen binnen loopafstand en je hoeft nooit meer naarbuiten de mens leeft in een veilige cocon. Je werkt thuis alles is eender en hebt dus ook geen last van logistieke problemen als woon werk verkeer.

Huidige steden zitten gevangen in een zogenaamde "double bind" men moet het bewaren en vernieuwen. We worden dus beperkt door onze drang om de geschiedenis te preserveren

De Generische stad wordt vergeleken met de geschiedenis zoals het Marxisme het ziet.
Oftewel de geschiedenis gaat langzaam naar een perfecte eindtoestand de generische stad is dit voor stedenbouw.

De generische stad is het toppunt van postmodernisme Volgens Koolhaas is de stad definitief onmaakbaar geworden.

Ondanks de afwezigheid van geschiedenis is dit de grootste industrie van de generische stad. pagina 14. Dit stukje snapte ik niet helemaal mischien moeten we het daar even over hebben

"a city is a plane inhabited in the most efficiant way by people and process"

Al met al als ik de tekst zo lees, moet ik vaak denken aan de ideale stad van constand. van de cobra beweging.

tot morgen :)

Tuesday 13 September 2011

De opkomst van de generische stedelijkheid, pagina 11 tot en met 17


Koolhaas en de generische stad (inleiding).
Modernisering blijft ons in de toekomst drijven, zonder tijd om ons voor te bereiden of afscheid te nemen, zonder tijd om nog te begrijpen wat aan het gebeuren is. De stad verdwijnt zoals we die gekend hebben en er verschijnt een nieuw soort stad en nieuw soort stedelijkheid.
Er zijn veel nieuwe benamingen voor: netwerkstad, tapijtmetropool, edge city, enz. Rem Koolhaas spreek over een generische stad, een stad als een wit product, overal hetzelfde, een stad zonder centrum, zonder identiteit en zonder geschiedenis. Michael Sorkin heeft het over een stad in het teken van simulatie (als een pretpark) en er heerst een obsessie voor veiligheid.
Overeenkomsten: een stad zonder centrum is plaatsloos, een stad zonder identiteit en zonder geschiedenis put zich uit in simulaties van identiteit, van geschiedenis.

Generische stad volgens Koolhaas is niet alleen een stad zonder centrum, maar ook een stad zonder geschiedenis. De stad is egaal, alle wijken lijken op elkaar, een stad zonder eigenschappen. Het generische is de eindtoestand van de stad. Parijs probeert te blijven zoals het nu is, maar wordt daardoor een karikatuur en Londen transformeert, maar verliest daardoor identiteit.
De voornaamste aantrekkingskracht is anomie. Ze wordt samengehouden door ‘de straat is dood’. De wolkenkrabber kan overal staan, op zichzelf en geïsoleerd. De stad is uit het niets ontstaan, ofwel als vervanging van wat er was. De bevolking explodeert en verdwijnt, de economie boomt of stort ineen. Het is niet meer mogelijk volgens Koolhaas om oorzaak en gevolg te reconstrueren.
Over de politiek zegt hij dat er eerder een algemeen autoritair regime heerst, maar dat dit in de generische stad onzichtbaar wordt. De politiek is niet meer dan zijdelings relevant.
In de generische stad zijn er geen herinneringen meer, maar herinneringen van de herinneringen.
In de stad is iedereen toerist of wandelaar. De architectuur is per definitie mooi. De stijl is postmodern. Volgens Koolhaas de enige beweging die erin geslaagd is de praktijk van de architectuur te verbinden met de praktijk van de paniek. Het is een methode om de ontwikkeling bij te houden.
In de generische stad is het er warmer dan gewoonlijk en mensen zijn mooier en opgewekter dan elders. De infrastructuren concurreren met elkaar en zijn lokaal. Een stad is een vlakte, op de meest efficiënte manier bewoond door mensen en processen.
Virtuele stedelijkheid.
Atrium. Volgens Koolhaas was het bij de Romeinen een gat in een huis of een gebouw dat licht en lucht, het buiten, injecteerde in een gebouw. De nieuwe, virtuele stedelijkheid is er een van afgesloten, artificiële binnenruimtes. Het is een ruimte die definitief de kant van het interieur heeft gekozen, omdat men de straat, de buitenruimte, heeft opgegeven.
(Weet je het al dat men alle straten van Parijs met glas wil bedekken? Dat zal jofele warme serres opleveren. We zullen erin leven als meloenen).  

Geschreven door Marije

Het blinkende stof - blz 51-55


Moraal is blind
Het eerste stuk van het hoofdstuk is een introductie van Rem Koolhaas. Zijn status als internationaal architect / kunstenaar / ontwerper en zijn vele gebouwen en publicaties worden genoemd.

Koolhaas heeft meerdere gebouwen ontworpen voor Prada. Het gaat hier vooral over het effect dat architectuur heeft op het winkelen. De winkelcentra worden steeds groter en gevarieerder maar weinig mensen kijken om naar het effect dat dit heeft op de natuur. Deze dingen zijn nauwelijks onderzocht of met elkaar in verband gebracht.

Koolhaas vindt dat de samenleving een architect ziet als een soort godheid. Hij vindt dit fictie. Hij wil steeds een intelligente benadering van de wereld ontwikkelen en een concept van een gebouw combineren met een strategie. Hij wil vanzelfsprekendheid doorbreken. Op verschillende niveaus wil hij betrokken zijn bij het ontwerpen van een gebouw zodat het gebouw niet alleen functioneel is maar ook iets toevoegt aan het bedrijf dat in het pand zit of het doel van het gebouw.

Voor Universal Studio's mag hij een pand ontwerpen. Er wordt veel gespeculeerd omdat hij als Nederlandse man iets mag ontwerpen op Amerikaans bodem. Universal Studio's, evenals andere grote corporaties, worden door snelle economische veranderingen steeds gedwongen zich aan te passen. Hierdoor wordt het imago instabiel en Koolhaas vindt dat architecten door het ontwerpen van gebouwen weer een eenheid kunnen suggereren.

Koolhaas start zijn ontwerpen altijd met een vierkant of een blok. Hij wil graag van de minst interessante vormen de meest interessante dingen maken.

Koolhaas is gefascineerd door het eigenschapsloze en algemene. Dit beperkt zich niet alleen tot de vorm maar heeft ook een conceptuele kant.



Ik vind dit een interessante tekst omdat de visie van Rem Koolhaas naar voren komt. Je ziet een deel van zijn denkwijze. Je merkt wel heel erg dat het een gedateerd verhaal is en dat het niet altijd vergelijkbaar is met nu.